PILL logo

"Een prachtige complexiteit vraagt om internationale standaarden voor een goed verloop"

Wellicht heb je het al gelezen: GS1 Belgilux neemt deel in de Adviesraad van het PILL-project (Physical Internet Living Lab), geleid door imec, het VIL en de VUB. Het project ontwikkelt een eerste digitaal prototype voor Physical Internet, om de interoperabiliteit, efficiëntie en duurzaamheid van vrachtvervoer en logistiek te verbeteren. Er wordt nu al acht maanden aan het project gewerkt en Tomas Ambra, Logistics Research Lead bij imec EDiT, vertelt meer over de tot nu toe behaalde resultaten en het verdere verloop. 

Laten we bij het begin beginnen en eerst uitleggen wat Physical Internet precies inhoudt. Het concept is eigenlijk het resultaat van een evolutie binnen de sector transport en logistiek. Eerst was er multimodaal transport, wat intermodaal, dan synchromodaal transport werd en uiteindelijk kwam Physical Internet, het meest recente, overkoepelende concept. De voordelen van Physical Internet zijn aangetoond in talrijke simulaties en wetenschappelijke studies. PILL is het eerste project in de praktijk waarin de uitrol van Physical Internet en zijn betrouwbaarheid in de havens als ecosysteem getest worden.

PILL logo

"Je kunt het vergelijken met het digitale internet. Als er een e-mail wordt verzonden van de ene persoon naar een ander, wordt het bericht in stukjes gebroken en die onderdelen gebruiken verschillende routes, afhankelijk van de capaciteit van het systeem", legt Tomas Ambra uit. "Physical Internet probeert dat systeem na te bootsen. Je wilt dat je vracht de efficiëntste route volgt, afhankelijk van de capaciteit van het netwerk. Als het verkeer op de weg vaststaat, of als je een evenwicht moet zien te vinden tussen capaciteit en aankomsttijd, wil je misschien de mogelijkheden onderzoeken van binnenvaart of spoorwegen, en daarop je route en/of manier van vervoer aanpassen. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan, want op dit moment zitten we nog altijd met hoge mate van compartimentering van systemen die werken volgens verschillende standaarden. Physical Internet gaat uit van interoperabiliteit en compatibiliteit. Het PILL-project zoekt naar gemeenschappelijke standaarden voor alle betrokkenen bij het project, om systemen te harmoniseren en verbinden waar en wanneer dat nodig is."

Vrachtwagentje

Een prachtige complexiteit voor het beste resultaat

Vele handen maken licht werk, luidt het gezegde, en dat geldt ook zeker voor het PILL-project. "Het project wordt uitgevoerd door imec, het VIL en de VUB, en wordt gefinancierd door VLAIO, het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen. Daarnaast werken we samen met een groot aantal andere partners. We hebben ook een Adviesraad, waarbinnen 25 partners, die verschillende soorten ondernemingen en bedrijven vertegenwoordigen, feedback geven en hun expertise delen. Het doel daarvan is het PILL-project te verbeteren door zicht te krijgen op de behoeften vanuit het gezichtspunt van de gebruiker. Tot de partners behoren onder meer de havens van Antwerpen en Zeebrugge, Lineas, P&G, Microsoft, GS1 en vele anderen. Zo hebben we alle nodige expertise en input in onze adviesraad." 

Tomas beschrijft dit kader graag als een prachtige complexiteit: met alle verschillende behoeften en doelen moet rekening gehouden worden en er moet een manier gevonden worden om de verschillende standaarden en systemen te combineren. Dat brengt ons bij het doel van het PILL-project. "Met het PILL-project willen we transport en logistiek harmoniseren door een uniform en open systeem te creëren dat de verschillende betrokkenen, terminals en locaties de mogelijkheid biedt om onderling te communiceren op een gestandaardiseerde manier."
 

Haven

Als het over standaarden gaat, denk je aan GS1, en daar is Tomas het mee eens. "Ik denk dat GS1 een belangrijke rol heeft in het PILL-project. Je zou kunnen zeggen dat zij met hun standaarden en identificatiemogelijkheden Physical Internet opbouwen, net zoals digitale waarden dat doen voor het digitale internet. Het GLN (Global Location Number) is belangrijk voor ons project. Binnen het volledige havencomplex kun je geen GPS-adres gebruiken om de juiste opslagplaats of poort te vinden, maar met een GLN krijg je gestandaardiseerde locaties met UN-locatienummers", vertelt Tomas.

Het belang van onderzoek

Zoals hiervoor gezegd, zijn de voordelen van Physical Internet al aangetoond in wetenschappelijk onderzoek. Dat toont ook aan hoe belangrijk onderzoek is. "De laatste maanden zijn we allen getuige geweest van de onmiskenbare gevolgen van de klimaatverandering. Wetenschappers en onderzoekers hebben berekend welke gevolgen de klimaatverandering, met overstromingen, hittegolven en stormen, zal hebben voor ons leven, en nu ondervinden we er de consequenties van dat we niet naar ze geluisterd hebben. Als je weet dat de logistieke sector de meest vervuilende bedrijfstak ter wereld is, moeten we de kans grijpen om daar verandering in te brengen door te investeren in toegepast onderzoek om zo onze sector te verbeteren en duurzamer te maken. Het PILL-project is maar één voorbeeld daarvan", aldus Tomas.
 

Tomas Ambra
Tomas Ambra, Logistics Research Lead bij imec EDiT

Toekomstgericht

Het project loopt nu al acht maanden. Wat heeft het tot nu toe opgeleverd? "We hebben nu een generisch kader dat bestaat uit operationele, tactische en geografische aspecten. Dat eerste heeft betrekking op zaken als sensoren en apparaten die verbonden zijn met het Internet of Things (IoT), zaken die nodig zijn om operationele processen te monitoren en aan te sturen. Het tactische niveau gaat vooral over wie, waar en vooral wanneer de eigendomsstroom verandert zodat de operationele aspecten tijdig aangepast kunnen worden (contracten, levertijden, meldingstermijnen). Bij het laatste, geografische aspect komt het GLN aan de pas, waarvoor GS1 een nieuwe masterlocatiedatabase aan het ontwikkelen is. Dat kader zal aan de Adviesraad worden gepresenteerd. Omdat die bestaat uit ondernemingen die het echt zullen gaan gebruiken en zullen moeten implementeren, is hun feedback cruciaal."
 

Europese vlag

Voor de toekomst heeft Tomas grote verwachtingen van Physical Internet. "Dit onderwerp staat hoog op de agenda van Europa en van het ETP-ALICE, het Europees technologisch platform. In 2025 zou de interconnectiviteit tussen de netwerken een feit moeten zijn en vijf jaar later verwachten we een grootschaliger implementatie, gebaseerd op onder meer de resultaten van het PILL-project. Kijkend naar de toekomst verwacht ik dat de regels, protocollen en methodes van Physical Internet meer zullen zijn aangepast voor de industrie. Maar eerst moet PILL zich bewijzen in de realistische omgevingen van het Living Lab", besluit Tomas. 

Physical Internet is een complex fenomeen, maar tegelijkertijd is het even prachtig als de complexiteit die het probeert te vangen. Als je in de transport en logistiek sector werkt, volg dan zeker het project, want het is veelbelovend voor de toekomst en zal voor iedereen nuttig blijken. 

Meer weten over het PILL-project?

Blog
23/09/2021
Deel deze pagina:
Blog
23/09/2021
Deel deze pagina: