Zelfs met een goede regelgeving is revolutionaire verandering mogelijk
Onze economie zou niet bestaan zonder de transport- en logistieksector. Binnen deze sector zijn er talrijke overeenkomsten en documenten nodig om te verzekeren dat alles zo vlot mogelijk verloopt. Er is echter altijd ruimte voor verbetering, en de e-CMR (elektronische vrachtbrief) zou wel eens een revolutionaire verandering kunnen teweegbrengen in de sector. Wat is de e-CMR en zal hij ook worden ingevoerd door de Belgische en Luxemburgse overheden? Lees er hier meer over!
Ditmaal hadden we Rudy Hemeleers aan de lijn die dit fascinerende onderwerp met ons wilde bespreken. Rudy is Strategy and Policy Advisor Transport and Logistics bij 51Biz Luxemburg. Hij heeft jaren ervaring in het veld van transport en logistiek en met 51Biz werkt hij aan projecten in het kader van de Europese e-CMR. Rudy is dus de uitgelezen persoon om ons meer te vertellen over deze evolutie binnen de transportsector.
Een samenloop van omstandigheden
Laten we beginnen bij het begin. Wat is een CMR? Dit document is een essentiële overeenkomst tussen commerciële bedrijven wanneer goederen van punt A naar punt B worden vervoerd. Deze overeenkomst specificeert onder andere over welke en hoeveel goederen het gaat, de voorwaarden waaraan ze moeten voldoen, en of er sprake is van eigendomsoverdracht. “Het CMR-verdrag van de UNECE is van juridisch belang in geval van conflicten. Het dient als een soort van ‘track and trace’ van gebeurtenissen die minstens een verzend- en ontvangstactiviteit hebben. Als bijvoorbeeld maar negen van de tien dozen aankomen, geldt het CMR-document als bewijs. Dit document is trouwens een geldig bewijsstuk bij handelsgeschillen”, legt Rudy uit. Het is ook belangrijk op het vlak van facturatie en heffingen (bijv. Europese btw). Het bijhouden van alle wijzigingen tijdens het transport is niet altijd even eenvoudig. Door dit proces te digitaliseren krijgen we een elektronische variant van de CMR: de e-CMR. Met een e-CMR verloopt alles veel sneller omdat de procedure digitaal verloopt en alle informatie ter plaatse beschikbaar is voor elke geautoriseerde partij.
Als deelnemer van het global datamodel dat het verdrag ondersteunt, speelde GS1 ook een belangrijke rol in het CMR-verhaal. Het ‘Buy-Ship-Pay’-datamodel van de UN/CEFACT toont de verbanden tussen de verschillende aspecten van het transport, zoals levering, zendingen, douaneaangifte en productnummers. Omdat dit model continu wordt gesynchroniseerd met de douane, is het een generiek model.
De Benelux als pionier in Europa
Het verschil tussen een CMR en een e-CMR is gemakkelijk te onthouden: De e-CMR is de elektronische variant van de CMR. “55 landen hebben het mondiaal verdrag voor de CMR ondertekend. Dit betekent dat voor elk transport tussen twee van deze 55 landen, de transporteur verplicht is om een CMR te gebruiken dat voldoet aan het CMR-verdrag”, legt Rudy uit. “Van deze 55 landen hebben er 30 het eCMR-verdrag ondertekend, maar België heeft het nog niet goedgekeurd.”
België heeft de e-CMR echter ook nog niet verworpen. “Voordat België dit verdrag goedkeurt, willen ze met zekerheid weten of ze dit elektronisch document kunnen vertrouwen en controleren. Om dit na te gaan werd in december 2017 een pilootproject gelanceerd met Nederland en Luxemburg.” Dit project berust volledig op het ‘UNECE e-CMR’-datamodel, maar voegt twee belangrijke vereisten toe voor de IT-dienstverleners van de e-CMR. Allereerst moet het transportdocument/de dataset op een systeem worden opgeslagen dat is goedgekeurd door een van de drie Benelux-landen. Daarnaast moeten de gemachtigde controleorganen ook toegang hebben tot deze eCMR-systemen. Het pilootproject van de Benelux is de Europese Commissie niet ontgaan en wordt als een waardevolle basis beschouwd voor de huidige Europese verordening inzake elektronische informatie over goederenvervoer 2020/1056.
De Europese verordening inzake elektronische informatie over goederenvervoer
Papierloze controles, dus zonder vrachtgegevens op papier, voor wegvervoer, binnenvaart, luchtvervoer, spoorwegvervoer, vervoer van gevaarlijke goederen en afvaltransport, zullen vanaf 2025 werkelijkheid worden. Logistiekbedrijven zullen dan hun vrachtinformatie digitaal aan de overheid ter beschikking kunnen stellen. Sinds augustus 2020 is de verordening inzake elektronische informatie over goederenvervoer (e-FTI) van kracht. Deze verordening verplicht de EU-lidstaten om informatie over goederenvervoer vanaf 21 augustus 2025 in digitale vorm te aanvaarden.
Voor logistieke bedrijven is er (nog) geen verplichting om hun data digitaal beschikbaar te stellen aan controleorganen. Er is echter bepaald dat de partijen die ervoor kiezen hun data elektronisch ter beschikking te stellen, dit op een EU-geharmoniseerde manier moeten doen via gecertificeerde eFTI-platformen en -diensten. Op deze manier kunnen bedrijven en overheden er zeker van zijn dat de systemen en data voldoen aan de kwaliteitseisen.
De periode tot 2025 wordt in twee fases opgedeeld: een specificatiefase (2020-2023) waarin onder andere de functionele en technische specificaties van de eFTI-datasets, -processen en -platforms zullen worden uitgewerkt en vastgelegd, en een implementatiefase (2023-2025) waarin de eFTI-processen en IT-voorzieningen zullen worden opgezet.
Zal e-CMR/e-FTI verplicht worden?
Vanaf 2025 zullen Europese overheden verplicht zijn vervoersdocumenten elektronisch te aanvaarden. “Bedrijven zullen nog steeds de papieren versie kunnen gebruiken, maar ze zullen snel merken dat de digitale processen ook voor de B2B-omgeving aanzienlijke voordelen oplevert. De eCMR-providers van de Benelux en hun klanten bevestigen dit. Een onderzoek van het Verbond van Belgische Ondernemingen en de Universiteit Hasselt (2019) toont aan dat er per vrachtbrief € 13,11 kan worden bespaard wanneer er naar elektronische documenten wordt overgeschakeld. De goederen kunnen via een cloudomgeving (en gelinkte data) worden opgevolgd, zodat u op elk moment weet waar uw goederen zich bevinden”, verklaart Rudy. Het is bovendien de bedoeling dat de Europese Commissie na een paar jaar een beoordeling zal maken over de verplichte toepassing van de eFTI-verordening.
De economische spelers behouden de controle over hun data (pull-mechanisme)
Volgens Rudy is het pas echt revolutionair dat de eigenaar van de data binnen het project controle behoudt over wie toegang heeft tot zijn gegevens. “Omdat de gegevens bij de bron blijven kan een eCMR/eFTI-dataset digitale referenties naar andere documenten bevatten (gelinkte data). Dit is waar unieke identificatiecodes, en dus ook GS1, een rol spelen. Op deze manier kan een link gemaakt worden tussen de verplaatsingen van de goederen zelf, en de bijhorende transportactiviteit.” Rudy geeft het voorbeeld van een containerschip dat uit Australië toekomt in de haven van Antwerpen met 24.000 containers. Al deze containers hebben hun eigen route, maar ze hebben één ding gemeen: Ze hebben allemaal een unieke identificatiecode. Wanneer transportactiviteiten en zendingsgegevens met elkaar worden gekoppeld, wordt elke betrokken partij op de hoogte gebracht van de gebeurtenissen: vertrek uit de Australische haven, aankomst in de haven van Antwerpen, en alle andere gebeurtenissen op de route van elke afzonderlijke container. “Het gebruik van deze unieke ID’s was vroeger slechts een droom, maar is de eerste stap naar het geharmoniseerde en beveiligd delen van vertrouwelijke gegevens bedoeld in de Europese initiatieven (een Europees federatief platform en de eFTI-verordening),” zegt Rudy.
Er zijn nog steeds veel uitdagingen, maar eenmaal deze zijn overwonnen beloven de eCMR/eFTI-initiatieven een grote positieve ontwikkeling te worden binnen de transport- en logistieksector. Bij GS1 Belgilux zullen we deze, en andere evoluties, opvolgen via ons recent opgerichte ‘Transport & Logistics’-kenniscentrum dat onze leden zal voorzien van neutrale informatie zonder winstoogmerk over wat er in deze regio gebeurt. Wacht dus niet tot 2025, maar begin vandaag al met het verkennen van dit nieuwe landschap en de nieuwe digitale T&L-processen.