Implementatie van de GS1 Datamatrix bij Colruyt Group

Waarom heeft Colruyt Group beslist om mee te doen aan de pilot? 

Patrick Arijs: “Het was voor ons een logische stap om aan de pilot deel te nemen, want wij waren reeds in 2011 overgestapt van nationale nummers naar GTIN’s. Deze codeerden wij echter nog in een GS1 DataBar. Daarbij moesten we steeds én het gewicht en de prijs in de barcode opnemen, waardoor de barcode wel erg groot werd. In de GS1 DataMatrix kan op een kleinere oppervlakte veel meer informatie gecodeerd worden. Zo werd het voor ons makkelijker om bijkomende informatie zoals de prijs per kilo en de houdbaarheidsdatum toe te voegen zonder dat de barcode veel groter moest worden.” 

“Onze doelstelling was altijd om deze oplossing op lange termijn ook echt door te voeren”, gaat Patrick verder. “We liepen namelijk aan tegen het dilemma van enerzijds méér informatie in de barcode te zetten en anderzijds niet alsmaar een grotere barcode op de verpakking van onze producten te zetten.” 

Wat hebben jullie concreet moeten doen / veranderen voor deze pilot? 

“In de eerste plaats hebben we een aantal productielijnen moeten aanpassen om effectief die nieuwe barcodes op onze productverpakkingen te kunnen zetten. Qua software moesten we relatief weinig aanpassingen doen aangezien we hiervoor al naar GTIN’s en Application Identifiers waren overgestapt. De grootste uitdaging zat voor ons in het feit om voor onze laatste interne barcode te kunnen afschaffen, we ook een prijsveldje moesten gaan definiëren in onze software."

Hoe kijken jullie terug op de pilot? Komen de verwachtingen uit? 

“We zijn erg tevreden op veel verschillende vlakken. De opdrachtgevers van de pilot zijn content en onze marketingafdeling ook met de vrijgekomen ruimte op het label. Ook vanuit toeleveranciers merken we enthousiasme.” 

Dat enthousiasme komt ook door de vele mogelijkheden: “het feit dat er in de GS1 DataMatrix naast het GTIN zoveel bijkomende informatie gecodeerd kan worden, opent deuren, bijvoorbeeld voor traceerbaarheid en ook voor transparantere data-uitwisseling. Productinformatie gelinkt aan interne nummers uitwisselen zorgde immers wel voor de noodzaak om administratieve GTIN te creëren. Nu we met GTIN’s werken wordt het veel gemakkelijker om die informatie uit te wisselen via bijvoorbeeld My Product Manager of een andere GDSN-datapool.” 

Hoe zien jullie het gebruik van 2D barcodes aan de kassa evolueren? 

“In eerste instantie willen we alle variabele gewichtsartikelen overschakelen naar de GS1 DataMatrix met daarin de houdbaarheidsdatum en zoveel mogelijk lotgegevens gecodeerd”, vertelt Patrick. “Zodra dat in orde is, kunnen we met die informatie ook waste management verbeteren en de traceerbaarheid verhogen.”  

Maar 2D-barcodes zijn niet alleen voor variabele gewichtsartikelen ideaal, maakt Patrick duidelijk: “In de toekomst willen we ook voor artikelen met vast gewicht, zoals charcuterie en kaas, de GS1 Datamatrix gaan gebruiken. Zo kunnen we ook hiervoor de houdbaarheidsgegevens en lotnummer gemakkelijker coderen.” 

De voordelen stoppen niet bij vers verpakte voeding. “Eigenlijk kan de GS1 DataMatrix overal gebruikt worden waar momenteel de EAN-13 barcode gebruikt wordt; zelfs als je er enkel een GTIN in codeert, neemt het minder ruimte in dan een lineaire barcode en verkleint het tevens de foutmarge. Daarbij zorgt het ervoor dat er nog maar één barcode op de verpakking hoeft te staan, waar er nu vaak nog meerdere nodig zijn.” 

Welke rol speelt GS1 Digital Link in dit verhaal? 

“Met GS1 Digital Link kan je ook online informatie, zoals webpagina’s van de producent, koppelen aan de barcode”, legt Patrick uit. “Zo kan je bijvoorbeeld uitgebreide allergeneninformatie of recepten meegeven aan de eindconsument. Daar liggen dus enorme mogelijkheden.” 

Wat raad je andere spelers aan die overwegen om te starten met 2D-barcodes? 

“Zo vlug mogelijk beginnen”, luidt het advies van Patrick. “Zorg dat je de juiste apparatuur in huis haalt, zowel voor het scannen als voor het printen van de 2D-barcodes. Het vergt wel een initiële investering, maar die zal qua efficiëntie zeker zijn vruchten afwerpen.”